Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tapijt:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tapijt (Nederlands) in het Spaans

tapijt:

tapijt [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het tapijt (vloerbedekking; tapijtje)
    el tapiz; la alfombra; la moqueta
    • tapiz [el ~] zelfstandig naamwoord
    • alfombra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • moqueta [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. het tapijt (karpet; vloerkleed)
    el tapiz; la alfombra; la moqueta; el alfombrado
    • tapiz [el ~] zelfstandig naamwoord
    • alfombra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • moqueta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • alfombrado [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tapijt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alfombra karpet; tapijt; tapijtje; vloerbedekking; vloerkleed
alfombrado karpet; tapijt; vloerkleed
moqueta karpet; tapijt; tapijtje; vloerbedekking; vloerkleed
tapiz karpet; tapijt; tapijtje; vloerbedekking; vloerkleed gobelin; wandkleed; wandtapijt

Verwante woorden van "tapijt":


Wiktionary: tapijt

tapijt
noun
  1. vloerkleed

Cross Translation:
FromToVia
tapijt moqueta; alfombra carpet — A fabric used as a floor covering
tapijt tapete; alfombra; alfombrilla rug — small carpet
tapijt alfombra Teppich — Fußbodenbelag aus Stoff
tapijt alfombra tapis — Pièce de tissu pour recouvrir