Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tappen (Nederlands) in het Spaans

tappen:

tappen werkwoord (tap, tapt, tapte, tapten, getapt)

  1. tappen (aftappen)
  2. tappen (biertappen)
  3. tappen (bijgieten; serveren; inschenken; intappen; schenken)
    servir; echar; escanchar; añadir

Conjugations for tappen:

o.t.t.
  1. tap
  2. tapt
  3. tapt
  4. tappen
  5. tappen
  6. tappen
o.v.t.
  1. tapte
  2. tapte
  3. tapte
  4. tapten
  5. tapten
  6. tapten
v.t.t.
  1. heb getapt
  2. hebt getapt
  3. heeft getapt
  4. hebben getapt
  5. hebben getapt
  6. hebben getapt
v.v.t.
  1. had getapt
  2. had getapt
  3. had getapt
  4. hadden getapt
  5. hadden getapt
  6. hadden getapt
o.t.t.t.
  1. zal tappen
  2. zult tappen
  3. zal tappen
  4. zullen tappen
  5. zullen tappen
  6. zullen tappen
o.v.t.t.
  1. zou tappen
  2. zou tappen
  3. zou tappen
  4. zouden tappen
  5. zouden tappen
  6. zouden tappen
en verder
  1. ben getapt
  2. bent getapt
  3. is getapt
  4. zijn getapt
  5. zijn getapt
  6. zijn getapt
diversen
  1. tap!
  2. tapt!
  3. getapt
  4. tappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tappen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de tappen (kranen)
    la canillas; la grifos; la espitas
    • canillas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • grifos [la ~] zelfstandig naamwoord
    • espitas [la ~] zelfstandig naamwoord

tappen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het tappen (biertappen)
    el embotellamiento

Vertaal Matrix voor tappen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
añadir bijvoegen; toeleggen; toevoegen
canillas kranen; tappen
echar weggooien
embotellamiento biertappen; tappen botteling; file; opstopping; verkeersopstopping; verkeersstremming; wegvernauwing; wegversmalling
espitas kranen; tappen
extraer aftappen; pull
grifos kranen; tappen
servir opdienen; serveren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
añadir bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen aansluiten; aanvullen; bijdoen; bijleggen; bijrekenen; bijsluiten; bijtellen; bijvoegen; completeren; erbij optellen; erbij tellen; erbij voegen; extra betalen; geld toe leggen; insluiten; optellen; toevoegen; voltallig maken
echar bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen afdanken; afscheiden; afvoeren; bannen; begeleiden; bezweren; doneren; ecarteren; geven; gieten; gunnen; gunst verlenen; ingieten; leiden; lozen; meevoeren; ontheffen; ontslaan; opsturen; posten; schenken; smijten; sturen; toezenden; uitbannen; uitscheiden; uitstorten; uitstoten; uitsturen; uitwerpen; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verhuizen; verjagen; verkassen; verzenden; voeren; weggooien; wegjagen; wegsmijten; wegsturen; wegzenden
escanchar bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen gieten; schenken; uitstorten
extraer aftappen; tappen afwisselen; concipiëren; extraheren; gewinnen; herzien; lenen; loskrijgen; losmaken; lostornen; ontlenen; pull; tornen; uithalen; uitpakken; uittrekken; veranderen; verwisselen; wijzigen
interceptar aftappen; tappen afvangen; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; opvangen
sacar aftappen; tappen aanrekenen; aanwrijven; afzetten; berispen; beschuldigen; blameren; eruit nemen; extraheren; gispen; hozen; kennis opdoen; laken; laten zien; leeghozen; leren; lichten; loshalen; loskrijgen; losmaken; lostornen; meekrijgen; meepikken; naar boven trekken; naar buiten halen; nadragen; nijpen; omhoog rukken; omhoog trekken; oppikken; opspelen; opspelen kaartspel; opsteken; pop-bewerking uitvoeren; te voorschijn halen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; tevoorschijn trekken; tornen; uithalen; uitscheppen; uittrekken; verwijten; voor de dag halen; voor de voeten gooien; voorhouden
servir bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen aan tafel bedienen; assisteren; bedienen; bijspringen; bijstaan; dienen; dienst doen; doneren; eten opscheppen; gerieven; geven; gunnen; gunst verlenen; handreiken; helpen; knoppen bedienen; ondersteunen; opdienen; opdissen; opscheppen; schenken; seconderen; serveren; van dienst zijn; voorschotelen; voorzetten; weldoen
servir del barril aftappen; biertappen; tappen

Verwante woorden van "tappen":


Wiktionary: tappen


Cross Translation:
FromToVia
tappen soltar lâcherdétendre, desserrer quelque chose.
tappen retirar; recuperar; arrancar retirertirer à nouveau.
tappen vender vendrealiéner une chose, transporter, céder à quelqu’un la propriété d’une chose pour un certain prix, contre une somme d'argent.

tap:

tap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tap (tapkast; bar; spon; )
    el mostrador; la barra; el bufe
    • mostrador [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bufe [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barra bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog balk; balkonhek; balustrade; band; boekdeel; chocolade; chocoladereep; deel; gelid; geluidsniveau; kuip; reep; rij; spijl; staaf; stijl; tobbe; tralie; uitspanning; volume; waskuip; zitstang; zitstok; zitstok om te wandelen
bufe bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog buffet; koud buffet; uitspanning
mostrador bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog balie; counter; incheckbalie; toog; toonbank

Verwante woorden van "tap":


Wiktionary: tap


Cross Translation:
FromToVia
tap grifo; espita; llave HahnTechnik: eine mechanische Vorrichtung, mit der der Durchfluss von Flüssigkeiten oder Gasen gesteuert werden kann
tap pivote; espigón pivotsupport de l’axe autour duquel un corps tourner.
tap grifón; grifo; espita robinet — Pièce servant à retenir un fluide.

Verwante vertalingen van tappen