Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. te boven komen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor te boven komen (Nederlands) in het Spaans

te boven komen:

te boven komen werkwoord (kom te boven, komt te boven, kwam te boven, kwamen te boven, te boven gekomen)

  1. te boven komen (overwinnen; winnen; verslaan)

Conjugations for te boven komen:

o.t.t.
  1. kom te boven
  2. komt te boven
  3. komt te boven
  4. komen te boven
  5. komen te boven
  6. komen te boven
o.v.t.
  1. kwam te boven
  2. kwam te boven
  3. kwam te boven
  4. kwamen te boven
  5. kwamen te boven
  6. kwamen te boven
v.t.t.
  1. ben te boven gekomen
  2. bent te boven gekomen
  3. is te boven gekomen
  4. zijn te boven gekomen
  5. zijn te boven gekomen
  6. zijn te boven gekomen
v.v.t.
  1. was te boven gekomen
  2. was te boven gekomen
  3. was te boven gekomen
  4. waren te boven gekomen
  5. waren te boven gekomen
  6. waren te boven gekomen
o.t.t.t.
  1. zal te boven komen
  2. zult te boven komen
  3. zal te boven komen
  4. zullen te boven komen
  5. zullen te boven komen
  6. zullen te boven komen
o.v.t.t.
  1. zou te boven komen
  2. zou te boven komen
  3. zou te boven komen
  4. zouden te boven komen
  5. zouden te boven komen
  6. zouden te boven komen
diversen
  1. kom te boven!
  2. komt te boven!
  3. te boven gekomen
  4. te boven komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor te boven komen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vencer verstrijken; vervallen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salir victorioso overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen de overwinning behalen; winnen; zegevieren
triunfar overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen aftroeven; behalen; de overwinning behalen; overtroeven; triomferen; verkrijgen; winnen; zegepralen; zegevieren
vencer overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen achteruitgaan; afknappen; afnemen; afsluiten; begeven; beslissen; besluiten; beëindigen; de overwinning behalen; declineren; een einde maken aan; eindigen; er vanaf breken; flippen; minder worden; onder gezag brengen; onderwerpen; ophouden; rangschikken naar ouderdom; stoppen; winnen; zegevieren

Verwante vertalingen van te boven komen