Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. terugschrikken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor terugschrikken (Nederlands) in het Spaans

terugschrikken:

terugschrikken werkwoord (schrik terug, schrikt terug, schrok terug, schrokken terug, teruggeschrokken)

  1. terugschrikken (terugdeinzen; achteruitgaan; terugwijken; achteruitdeinzen)

Conjugations for terugschrikken:

o.t.t.
  1. schrik terug
  2. schrikt terug
  3. schrikt terug
  4. schrikken terug
  5. schrikken terug
  6. schrikken terug
o.v.t.
  1. schrok terug
  2. schrok terug
  3. schrok terug
  4. schrokken terug
  5. schrokken terug
  6. schrokken terug
v.t.t.
  1. ben teruggeschrokken
  2. bent teruggeschrokken
  3. is teruggeschrokken
  4. zijn teruggeschrokken
  5. zijn teruggeschrokken
  6. zijn teruggeschrokken
v.v.t.
  1. was teruggeschrokken
  2. was teruggeschrokken
  3. was teruggeschrokken
  4. waren teruggeschrokken
  5. waren teruggeschrokken
  6. waren teruggeschrokken
o.t.t.t.
  1. zal terugschrikken
  2. zult terugschrikken
  3. zal terugschrikken
  4. zullen terugschrikken
  5. zullen terugschrikken
  6. zullen terugschrikken
o.v.t.t.
  1. zou terugschrikken
  2. zou terugschrikken
  3. zou terugschrikken
  4. zouden terugschrikken
  5. zouden terugschrikken
  6. zouden terugschrikken
diversen
  1. schrik terug!
  2. schrikt terug!
  3. teruggeschrokken
  4. terugschrikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor terugschrikken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arredrarse achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken wankelen
echarse para atrás achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken
retirarse achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken afhaken; afkoppelen; aftreden; afvallen; afzeggen; afzien van; eruitstappen; heengaan; loskrijgen; losmaken; lostornen; ontslag nemen; op de achtergrond treden; opgeven; ophouden; stoppen; terugtreden; terugtrekken; tornen; uithalen; uittreden; uittrekken; verlaten; vertrekken; zich terugtrekken
retroceder achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken aftreden; ontslag nemen; op de achtergrond treden; retourneren; terugkeren; terugtreden; terugtrekken; uittreden; zich terugtrekken

Wiktionary: terugschrikken


Cross Translation:
FromToVia
terugschrikken echarse atrás recoil — to pull back, especially in disgust, horror or astonishment

Verwante vertalingen van terugschrikken