Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. terugstoten:
  2. terugstoot:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor terugstoten (Nederlands) in het Spaans

terugstoten:

terugstoten werkwoord (stoot terug, stootte terug, stootten terug, terugestoten)

  1. terugstoten (terugkaatsen; reflecteren; stuiten; weerkaatsen; echoën)
    repercutir; reflejar

Conjugations for terugstoten:

o.t.t.
  1. stoot terug
  2. stoot terug
  3. stoot terug
  4. stoten terug
  5. stoten terug
  6. stoten terug
o.v.t.
  1. stootte terug
  2. stootte terug
  3. stootte terug
  4. stootten terug
  5. stootten terug
  6. stootten terug
v.t.t.
  1. heb terugestoten
  2. hebt terugestoten
  3. heeft terugestoten
  4. hebben terugestoten
  5. hebben terugestoten
  6. hebben terugestoten
v.v.t.
  1. had terugestoten
  2. had terugestoten
  3. had terugestoten
  4. hadden terugestoten
  5. hadden terugestoten
  6. hadden terugestoten
o.t.t.t.
  1. zal terugstoten
  2. zult terugstoten
  3. zal terugstoten
  4. zullen terugstoten
  5. zullen terugstoten
  6. zullen terugstoten
o.v.t.t.
  1. zou terugstoten
  2. zou terugstoten
  3. zou terugstoten
  4. zouden terugstoten
  5. zouden terugstoten
  6. zouden terugstoten
en verder
  1. ben terugestoten
  2. bent terugestoten
  3. is terugestoten
  4. zijn terugestoten
  5. zijn terugestoten
  6. zijn terugestoten
diversen
  1. stoot terug!
  2. stoott terug!
  3. terugestoten
  4. terugstotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor terugstoten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reflejar weerschijnen; weerspiegelen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reflejar echoën; reflecteren; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; weerkaatsen afspiegelen; afwegen; belichten; beschouwen; beschrijven; echoën; galmen; met licht beschijnen; overdenken; overwegen; overzetten; reflecteren; resoneren; schallen; terugkaatsen; translateren; vertalen; vertolken; weergalmen; weergeven; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen; weerschijnen; weerspiegelen
repercutir echoën; reflecteren; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; weerkaatsen de trom roeren; echoën; galmen; herhalen; nabouwen; naklinken; napraten; nawerken; nawerken van geneesmiddelen; nazeggen; resoneren; roffelen; schallen; terugwerken; terugwerkende kracht hebben; trommelen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen

Verwante woorden van "terugstoten":


Wiktionary: terugstoten


Cross Translation:
FromToVia
terugstoten repulsar rétorquerretourner contre son adversaire les raisons, les arguments, les preuves dont il s’servir.

terugstoten vorm van terugstoot:

terugstoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de terugstoot (terugslag)
    el rechazo; la rebote
    • rechazo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • rebote [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor terugstoot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rebote terugslag; terugstoot atavisme; terugloop
rechazo terugslag; terugstoot atavisme; terugloop; weerlegbaarheid

Verwante woorden van "terugstoot":