Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toen (Nederlands) in het Spaans

toen:

toen bijvoeglijk naamwoord

  1. toen
    cuando; entonces
  2. toen (destijds; toentertijd; indertijd; toenmaals)
    en aquel tiempo; entonces; cuando; en aquella época; en aquellos tiempos; hace tiempo; en aquel entonces; por aquel entonces

Vertaal Matrix voor toen:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- verder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- daarna; dan; vervolgens
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cuando destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd in zover; wanneer
en aquel entonces destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd eermaals
en aquel tiempo destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd eermaals
en aquella época destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd toendertijd
en aquellos tiempos destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd
entonces destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd dan; toendertijd
hace tiempo destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd eermaals
por aquel entonces destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd toendertijd

Synoniemen voor "toen":


Antoniemen van "toen":


Verwante definities voor "toen":

  1. na dat andere1
    • eerst trok ik mijn shirt aan en toen mijn trui1
  2. op dat ogenblik, in die tijd1
    • toen droegen we korte rokken1
  3. tijdstip in het verleden1
    • vroeger, toen we nog vaak konden schaatsen1

Wiktionary: toen


Cross Translation:
FromToVia
toen entonces damals — referenziert einen zurückliegenden Zeitpunkt oder eine zurückliegende Zeitspanne
toen después dann — zu einem späteren Zeitpunkt oder einer späteren Zeitspanne in der baldigen Zukunft
toen entonces then — at that time
toen luego then — soon afterward
toen cuando when — at a time in the past

Verwante vertalingen van toen