Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. transport:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor transport (Nederlands) in het Spaans

transport:

transport [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het transport (wegtransport; vrachtvervoer; wegvervoer)
    el transporte por carretera
  2. het transport (vervoer; overbrenging; verplaatsing; afvoer; verscheping)
    el transporte
  3. het transport

Vertaal Matrix voor transport:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
transporte afvoer; overbrenging; transport; verplaatsing; verscheping; vervoer overboeking; overmaking; overplaatsing; overschrijving; verruiling
transporte por carretera transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer wegvervoer
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Transporte transport

Verwante woorden van "transport":

  • transporten

Synoniemen voor "transport":


Verwante definities voor "transport":

  1. het wegbrengen1
    • het transport van levensmiddelen gebeurt met vrachtwagens1

Wiktionary: transport

transport
noun
  1. het vervoer van voorwerpen/mensen/brandstoffen of data van een ene naar een andere plaats

Cross Translation:
FromToVia
transport transporte TransportBeförderung, transportieren von Gut, Personen, Tieren
transport transporte transport — act of transporting