Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uitdeling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitdeling (Nederlands) in het Spaans

uitdeling:

uitdeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitdeling (uitgifte; verstrekking; uitreiking; uitgaaf; afgifte)
    la entrega; la distribución

Vertaal Matrix voor uitdeling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distribución afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking afgeven; afgifte; afleveren; aflevering; arrangement; bestelling; bezorging; distributie; distributiekantoor; geleverde; indeling; leverantie; leveren; levering; opstelling; ordening; overhandiging; rangschikking; schikking; uitstrooiing; verspreiding
entrega afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking aanbieding; afgeven; afgifte; afleveren; aflevering; afstaan; bestelling; bezorging; geleverde; inlegblad; inlegvel; inlevering; leverantie; levering; opgave van de strijd; oplevering; overdracht; overgeven; overhandiging; overlevering; traditie; tussenblad; uitlevering; zending
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
entrega handoff; levering; vereist resultaat

Wiktionary: uitdeling


Cross Translation:
FromToVia
uitdeling distribución distribution — act of distribution or being distributed