Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uitmergelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitmergelen (Nederlands) in het Spaans

uitmergelen:

uitmergelen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. uitmergelen (vermageren; afvallen; afslanken; vermagering)
    el adelgazar; el enflaquecer

Vertaal Matrix voor uitmergelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adelgazar afslanken; afvallen; uitmergelen; vermageren; vermagering
enflaquecer afslanken; afvallen; uitmergelen; vermageren; vermagering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adelgazar afkleden; afslanken; afvallen; vermageren

Wiktionary: uitmergelen


Cross Translation:
FromToVia
uitmergelen demacrar emaciate — (transitive) make extremely thin or wasted