Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uittorenen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uittorenen (Nederlands) in het Spaans

uittorenen:

uittorenen werkwoord (toren uit, torent uit, torende uit, torenden uit, uitgetorend)

  1. uittorenen (uitrijzen)

Conjugations for uittorenen:

o.t.t.
  1. toren uit
  2. torent uit
  3. torent uit
  4. torenen uit
  5. torenen uit
  6. torenen uit
o.v.t.
  1. torende uit
  2. torende uit
  3. torende uit
  4. torenden uit
  5. torenden uit
  6. torenden uit
v.t.t.
  1. ben uitgetorend
  2. bent uitgetorend
  3. is uitgetorend
  4. zijn uitgetorend
  5. zijn uitgetorend
  6. zijn uitgetorend
v.v.t.
  1. was uitgetorend
  2. was uitgetorend
  3. was uitgetorend
  4. waren uitgetorend
  5. waren uitgetorend
  6. waren uitgetorend
o.t.t.t.
  1. zal uittorenen
  2. zult uittorenen
  3. zal uittorenen
  4. zullen uittorenen
  5. zullen uittorenen
  6. zullen uittorenen
o.v.t.t.
  1. zou uittorenen
  2. zou uittorenen
  3. zou uittorenen
  4. zouden uittorenen
  5. zouden uittorenen
  6. zouden uittorenen
diversen
  1. toren uit!
  2. torent uit!
  3. uitgetorend
  4. uittorenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uittorenen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elevarse sobre uitrijzen; uittorenen verderreiken