Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. usance:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor usance (Nederlands) in het Spaans

usance:

usance [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de usance (gewoonte; gebruik; traditie)
    la costumbre; el hábito

Vertaal Matrix voor usance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
costumbre gebruik; gewoonte; traditie; usance algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid; gebruiken; gewoontes; tradities; usances; volksgebruik; zede; zeden
hábito gebruik; gewoonte; traditie; usance aanwending; algemeenheid; behandeling; gangbaarheid; gebruik; gebruikelijkheid; geestelijk gewaad; habijt; hantering; kerkgewaad; liturgisch gewaad; pij; priesterlijk ambtsgewaad; zede

Verwante woorden van "usance":


Wiktionary: usance


Cross Translation:
FromToVia
usance costumbre; uso; hábito coutume — À trier
usance costumbre; hábito habitudedisposition acquérir par des actes réitérer.