Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verhongeren (Nederlands) in het Spaans

verhongeren:

verhongeren werkwoord (verhonger, verhongert, verhongerde, verhongerden, verhongerd)

  1. verhongeren (honger lijden; hongeren; uithongeren)
  2. verhongeren (hongerlijden; verrekken; hongeren)
    padecer hambre; morirse; agonizar; dañarse; distender

Conjugations for verhongeren:

o.t.t.
  1. verhonger
  2. verhongert
  3. verhongert
  4. verhongeren
  5. verhongeren
  6. verhongeren
o.v.t.
  1. verhongerde
  2. verhongerde
  3. verhongerde
  4. verhongerden
  5. verhongerden
  6. verhongerden
v.t.t.
  1. ben verhongerd
  2. bent verhongerd
  3. is verhongerd
  4. zijn verhongerd
  5. zijn verhongerd
  6. zijn verhongerd
v.v.t.
  1. was verhongerd
  2. was verhongerd
  3. was verhongerd
  4. waren verhongerd
  5. waren verhongerd
  6. waren verhongerd
o.t.t.t.
  1. zal verhongeren
  2. zult verhongeren
  3. zal verhongeren
  4. zullen verhongeren
  5. zullen verhongeren
  6. zullen verhongeren
o.v.t.t.
  1. zou verhongeren
  2. zou verhongeren
  3. zou verhongeren
  4. zouden verhongeren
  5. zouden verhongeren
  6. zouden verhongeren
diversen
  1. verhonger!
  2. verhongert!
  3. verhongerd
  4. verhongerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verhongeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
morirse creperen; wegsterven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agonizar hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken
dañarse hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken
distender hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken
hacer padecer hambre honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren
matar de hambre honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren
morirse hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken bezwijken; creperen; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; ontslapen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verrekken; verscheiden; wegvallen; zieltogen
morirse de hambre honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren honger hebben; rammelen
padecer hambre hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken
sitiar por hambre honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren