Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verhuurder:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verhuurder (Nederlands) in het Spaans

verhuurder:

verhuurder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de verhuurder (huurbaas)
    el dueño
    • dueño [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor verhuurder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dueño huurbaas; verhuurder conciërge; heer; heerser; jonker; jonkheer; landjonker; machthebber; portier; soeverein

Wiktionary: verhuurder


Cross Translation:
FromToVia
verhuurder arrendatario VermieterPerson, die eine Sache vermieten