Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vervloekt:
  2. vervloeken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vervloekt (Nederlands) in het Spaans

vervloekt:

vervloekt bijvoeglijk naamwoord

  1. vervloekt (verwenst)
    maldito
  2. vervloekt (verdorie; verdomme; verdomd; verdikkeme; verdoemd)
    maldito; caramba; ostras; joder; mierda

Vertaal Matrix voor vervloekt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joder neuken
mierda beer; drek; excrementen; fecaliën; feces; kak; poep; schijt; stront; uitscheiding; uitwerpselen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joder afzetten; bedotten; geslachtsgemeenschap hebben; neuken; sodemieteren; tillen; verneuken; vozen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caramba verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; vervloekt
joder verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; vervloekt tering; verdomme
maldito verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; vervloekt; verwenst bliksems; donders; drommels; gedoemd; godvergeten; verdikkeme; verdomd; verdraaid; verduiveld; verrekte
mierda verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; vervloekt tering; verdomme
ostras verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; vervloekt

Wiktionary: vervloekt


Cross Translation:
FromToVia
vervloekt puto goddamn — intensifier

vervloeken:

vervloeken werkwoord (vervloek, vervloekt, vervloekte, vervloekten, vervloekt)

  1. vervloeken (verdoemen; verwensen)
    maldecir; imprecar; condenar

Conjugations for vervloeken:

o.t.t.
  1. vervloek
  2. vervloekt
  3. vervloekt
  4. vervloeken
  5. vervloeken
  6. vervloeken
o.v.t.
  1. vervloekte
  2. vervloekte
  3. vervloekte
  4. vervloekten
  5. vervloekten
  6. vervloekten
v.t.t.
  1. heb vervloekt
  2. hebt vervloekt
  3. heeft vervloekt
  4. hebben vervloekt
  5. hebben vervloekt
  6. hebben vervloekt
v.v.t.
  1. had vervloekt
  2. had vervloekt
  3. had vervloekt
  4. hadden vervloekt
  5. hadden vervloekt
  6. hadden vervloekt
o.t.t.t.
  1. zal vervloeken
  2. zult vervloeken
  3. zal vervloeken
  4. zullen vervloeken
  5. zullen vervloeken
  6. zullen vervloeken
o.v.t.t.
  1. zou vervloeken
  2. zou vervloeken
  3. zou vervloeken
  4. zouden vervloeken
  5. zouden vervloeken
  6. zouden vervloeken
diversen
  1. vervloek!
  2. vervloekt!
  3. vervloekt
  4. vervloekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vervloeken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
condenar verdoemen; vervloeken; verwensen aanrekenen; aanwrijven; berechten; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; laken; nadragen; verdoemen; verketteren; veroordelen; veroordelen tot de hel; vervolgen; verwijten; vonnissen; voor de voeten gooien; voorhouden
imprecar verdoemen; vervloeken; verwensen blaffen; brullen; bulderen; daveren; foeteren; ketteren; schreeuwen
maldecir verdoemen; vervloeken; verwensen belasteren; beledigen; foeteren; ketteren; kwaad zijn; kwaadspreken; lasteren; roddelen; schelden; schuimbekken; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden; verdoemen; veroordelen tot de hel; vloeken; woedend zijn

Wiktionary: vervloeken


Cross Translation:
FromToVia
vervloeken maldecir curse — to place a curse upon
vervloeken maldecir maudirelancer des imprécations contre quelqu’un pour qu’il lui arriver du mal.