Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verzilten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verzilten (Nederlands) in het Spaans

verzilten:

verzilten werkwoord (verzilt, verziltte, verziltten, verzilt)

  1. verzilten

Conjugations for verzilten:

o.t.t.
  1. verzilt
  2. verzilt
  3. verzilt
  4. verzilten
  5. verzilten
  6. verzilten
o.v.t.
  1. verziltte
  2. verziltte
  3. verziltte
  4. verziltten
  5. verziltten
  6. verziltten
v.t.t.
  1. heb verzilt
  2. hebt verzilt
  3. heeft verzilt
  4. hebben verzilt
  5. hebben verzilt
  6. hebben verzilt
v.v.t.
  1. had verzilt
  2. had verzilt
  3. had verzilt
  4. hadden verzilt
  5. hadden verzilt
  6. hadden verzilt
o.t.t.t.
  1. zal verzilten
  2. zult verzilten
  3. zal verzilten
  4. zullen verzilten
  5. zullen verzilten
  6. zullen verzilten
o.v.t.t.
  1. zou verzilten
  2. zou verzilten
  3. zou verzilten
  4. zouden verzilten
  5. zouden verzilten
  6. zouden verzilten
diversen
  1. verzilt!
  2. verzilt!
  3. verzilt
  4. verziltend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verzilten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salificarse verzilten