Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vliegtuig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vliegtuig (Nederlands) in het Spaans

vliegtuig:

vliegtuig [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vliegtuig
    el avión; el aerobús
    • avión [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aerobús [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. het vliegtuig
    el avión
    • avión [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vliegtuig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aerobús vliegtuig Airbus; luchtbus
avión vliegtuig Airbus; luchtbus; vliegmachine

Verwante woorden van "vliegtuig":

  • vliegtuigen, vliegtuigje, vliegtuigjes

Verwante definities voor "vliegtuig":

  1. toestel dat kan vliegen met mensen of goederen erin1
    • dit vliegtuig is gebouwd door Fokker1

Wiktionary: vliegtuig


Cross Translation:
FromToVia
vliegtuig aeronave aircraft — machine capable of atmospheric flight
vliegtuig aeroplano; avión airplane — powered aircraft
vliegtuig avión plane — airplane
vliegtuig aeroplano; avión FlugzeugLuftfahrzeug, das schwerer als Luft ist und den aerodynamischen Auftrieb nutzt
vliegtuig avión avion — Véhicule volant
vliegtuig aeronave aéronef — Appareil capable de vol en atmosphère
vliegtuig aeroplano aéroplaneappareil de locomotion aérienne, munir d’une ou de plusieurs hélices qu’actionner un ou plusieurs moteurs et qui soutenir par la pression de l’air sur des surfaces planes.

Verwante vertalingen van vliegtuig