Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Vertaal voortplanting

Vertaal voortplanting van Nederlands naar Spaans

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

voortplanting:
- cría; producción; cultivo; ganadería
Wiktionary:
- voortplanting → reproducción
- voortplanting → reproducción

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voortplanting (Nederlands) in het Spaans

voortplanting:

voortplanting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de voortplanting (teelt; reproductie; cultuur; kweken; voortbrenging; fokkerij; fok; verbouw; aanplant; aankweken; aankweek; aanfok)
la cría; la producción; el cultivo
- cría [la ~] zelfstandig naamwoord
- producción [la ~] zelfstandig naamwoord
- cultivo [el ~] zelfstandig naamwoord
de voortplanting (veefokkerij; teelt; fokkerij; voortbrenging; aanfok; telen; fok; verbouw)
la ganadería
- ganadería [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor voortplanting:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cría	aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting	broed; dreumes; gebroed; gespuis; hummel; jong gedierte; kinderen; klein kind; kleintje; kroost; nageslacht; nakomelingen; peuter; telgen; uk; worm; wurm
cultivo	aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting	aankweken; aanplant; aanplanten; aanplanting; beplanting; bouwsel; bouwwerk; culture; cultuur; doen voorttelen; fokken; gebouw; gebroed; gespuis; gewas; kweek; kweken; pand; plant; plantage; planten; poten; teelgewas; telen; verbouwen
ganadería	aanfok; fok; fokkerij; teelt; telen; veefokkerij; verbouw; voortbrenging; voortplanting	boerenbedrijf; boerenonderneming; landbouwonderneming; veebedrijf; veefokkerij; veehouderij; veeteelt
producción	aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting	aanmaak; fabricage; fabricatie; maak; makelij; maken; merk; productie; vervaardiging; verwekking; voortbrenging

Wiktionary: voortplanting

voortplanting

noun

het voortplanten of zich voortplanten (ook seksualiteit|nld, telecommunicatie|nld, (natuurkunde, nld))
- voortplanting → reproducción

Cross Translation:

From	To	Via
• voortplanting	→ reproducción	↔ reproduction — action perpétuant l’espèce (1)