Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. wegrijden:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wegrijden (Nederlands) in het Spaans

wegrijden:

wegrijden werkwoord (rijd weg, rijdt weg, reed weg, reden weg, weggereden)

  1. wegrijden

Conjugations for wegrijden:

o.t.t.
  1. rijd weg
  2. rijdt weg
  3. rijdt weg
  4. rijden weg
  5. rijden weg
  6. rijden weg
o.v.t.
  1. reed weg
  2. reed weg
  3. reed weg
  4. reden weg
  5. reden weg
  6. reden weg
v.t.t.
  1. ben weggereden
  2. bent weggereden
  3. is weggereden
  4. zijn weggereden
  5. zijn weggereden
  6. zijn weggereden
v.v.t.
  1. was weggereden
  2. was weggereden
  3. was weggereden
  4. waren weggereden
  5. waren weggereden
  6. waren weggereden
o.t.t.t.
  1. zal wegrijden
  2. zult wegrijden
  3. zal wegrijden
  4. zullen wegrijden
  5. zullen wegrijden
  6. zullen wegrijden
o.v.t.t.
  1. zou wegrijden
  2. zou wegrijden
  3. zou wegrijden
  4. zouden wegrijden
  5. zouden wegrijden
  6. zouden wegrijden
diversen
  1. rijd weg!
  2. rijdt weg!
  3. weggereden
  4. wegrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wegrijden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salir conduciendo wegrijden

Wiktionary: wegrijden


Cross Translation:
FromToVia
wegrijden salir; irse partir — (vieilli) diviser en plusieurs parts. On ne l’emploie plus, en ce sens, que dans cette phrase :