Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. werkloos:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor werkloos (Nederlands) in het Spaans

werkloos:

werkloos bijvoeglijk naamwoord

  1. werkloos (werkeloos)
    desempleado; parado; cesante; desocupado; sin empleo

Vertaal Matrix voor werkloos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desempleado werkloze
parado werkeloze; werkloze
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cesante werkeloos; werkloos
desempleado werkeloos; werkloos
desocupado werkeloos; werkloos ledig; leeg; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewoond; onbezet; ongebruikt; ongeopend
parado werkeloos; werkloos gestopt; langzaam; opgehouden; sloom; stilstaand; traag; uitgescheiden
sin empleo werkeloos; werkloos brodeloos

Verwante woorden van "werkloos":


Wiktionary: werkloos

werkloos
adjective
  1. zonder baan zijnd

Cross Translation:
FromToVia
werkloos desempleado; cesante unemployed — having no job

Verwante vertalingen van werkloos