Nederlands

Uitgebreide vertaling voor werkonderbreken (Nederlands) in het Spaans

werkonderbreken:

werkonderbreken werkwoord (onderbreek werk, onderbreekt werk, onderbrak werk, onderbraken werk, werk onderbroken)

  1. werkonderbreken (het werk neerleggen als protest; staken)

Conjugations for werkonderbreken:

o.t.t.
  1. onderbreek werk
  2. onderbreekt werk
  3. onderbreekt werk
  4. onderbreken werk
  5. onderbreken werk
  6. onderbreken werk
o.v.t.
  1. onderbrak werk
  2. onderbrak werk
  3. onderbrak werk
  4. onderbraken werk
  5. onderbraken werk
  6. onderbraken werk
v.t.t.
  1. heb werk onderbroken
  2. hebt werk onderbroken
  3. heeft werk onderbroken
  4. hebben werk onderbroken
  5. hebben werk onderbroken
  6. hebben werk onderbroken
v.v.t.
  1. had werk onderbroken
  2. had werk onderbroken
  3. had werk onderbroken
  4. hadden werk onderbroken
  5. hadden werk onderbroken
  6. hadden werk onderbroken
o.t.t.t.
  1. zal werkonderbreken
  2. zult werkonderbreken
  3. zal werkonderbreken
  4. zullen werkonderbreken
  5. zullen werkonderbreken
  6. zullen werkonderbreken
o.v.t.t.
  1. zou werkonderbreken
  2. zou werkonderbreken
  3. zou werkonderbreken
  4. zouden werkonderbreken
  5. zouden werkonderbreken
  6. zouden werkonderbreken
diversen
  1. onderbreek werk!
  2. onderbreekt werk!
  3. werk onderbroken
  4. werkonderbrekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor werkonderbreken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
interrumpir el trabajo leggen; ophouden met; werk neerleggen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
declararse en huelga het werk neerleggen als protest; staken; werkonderbreken in staking gaan; in staking zijn; staken
estar en huelga het werk neerleggen als protest; staken; werkonderbreken in staking zijn; staken
hacer huelga het werk neerleggen als protest; staken; werkonderbreken afkijken; spieken
interrumpir el trabajo het werk neerleggen als protest; staken; werkonderbreken
ponerse en huelga het werk neerleggen als protest; staken; werkonderbreken afkijken; spieken