Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wit (Nederlands) in het Spaans

wit:

wit bijvoeglijk naamwoord

  1. wit (wit van huidskleur; blank)
    blanco; paliducho; pálido; incoloro; sin pintar
  2. wit (bleek van gelaatskleur; bleek)
    blanco; pálido
  3. wit (spierwit; doodsbleek; sneeuwwit; lijkbleek; lijkwit)
    pálidisimo; pálido como un muerto; paliducho; pálido como el papel; más pálido que un muerto

Vertaal Matrix voor wit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blanco doel; doelschijf; doelwit; mikpunt; schietschijf
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blanco blank; bleek; bleek van gelaatskleur; wit; wit van huidskleur blanco; blank; bleek; flauw; flets; loos; ongelakt; pips; verschoten; vrij; zonder taak
incoloro blank; wit; wit van huidskleur blank; bleek; flauw; flets; grauw; kleurloos; ongekleurd; ongelakt; pips; vaal; verschoten
más pálido que un muerto doodsbleek; lijkbleek; lijkwit; sneeuwwit; spierwit; wit
paliducho blank; doodsbleek; lijkbleek; lijkwit; sneeuwwit; spierwit; wit; wit van huidskleur
pálidisimo doodsbleek; lijkbleek; lijkwit; sneeuwwit; spierwit; wit
pálido blank; bleek; bleek van gelaatskleur; wit; wit van huidskleur blank; bleek; bleekjes; flauw; flets; grauwkleurig; grijs; kleurloos; mat; ongelakt; pips; slap; slapjes; verschoten; wee; ziekelijk; zwak
pálido como el papel doodsbleek; lijkbleek; lijkwit; sneeuwwit; spierwit; wit
pálido como un muerto doodsbleek; lijkbleek; lijkwit; sneeuwwit; spierwit; wit
sin pintar blank; wit; wit van huidskleur blank; ongelakt

Verwante woorden van "wit":


Synoniemen voor "wit":


Antoniemen van "wit":


Verwante definities voor "wit":

  1. met weinig kleur1
    • zij zag weer erg wit1
  2. licht en zonder kleur1
    • de bruid droeg een witte jurk1
  3. niet onwettig of verboden1
    • hij werkt daar wit, dus hij betaalt premies1

Wiktionary: wit

wit
adjective
  1. kleur

Cross Translation:
FromToVia
wit blanco; blancura Weiß — ein weißer Farbton
wit blanco weiß — eine unbunte Farbe habend, die hellste Farbe im digitalen RGB-Farbraum, die die Werte rot = 255; grün = 255; blau = 255 hat.
wit blanco white — bright and colourless
wit blanco white — color/colour
wit blanco; cano blanc — blanc (sens général)
wit intención; fin; objetivo; finalidad; blanco dessein — Intention d’exécuter quelque chose (sens général)

witten:

witten werkwoord (wit, witte, witten, gewit)

  1. witten (sausen; kalken)
    blanquear; garabatear; encalar; enjalbegar

Conjugations for witten:

o.t.t.
  1. wit
  2. wit
  3. wit
  4. witten
  5. witten
  6. witten
o.v.t.
  1. witte
  2. witte
  3. witte
  4. witten
  5. witten
  6. witten
v.t.t.
  1. heb gewit
  2. hebt gewit
  3. heeft gewit
  4. hebben gewit
  5. hebben gewit
  6. hebben gewit
v.v.t.
  1. had gewit
  2. had gewit
  3. had gewit
  4. hadden gewit
  5. hadden gewit
  6. hadden gewit
o.t.t.t.
  1. zal witten
  2. zult witten
  3. zal witten
  4. zullen witten
  5. zullen witten
  6. zullen witten
o.v.t.t.
  1. zou witten
  2. zou witten
  3. zou witten
  4. zouden witten
  5. zouden witten
  6. zouden witten
diversen
  1. wit!
  2. wit!
  3. gewit
  4. wittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor witten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blanquear kalken; sausen; witten bleek worden; bleken; legaliseren; logen; opbleken; verbleken; wit worden; witwassen
encalar kalken; sausen; witten
enjalbegar kalken; sausen; witten
garabatear kalken; sausen; witten kalken; kladden; krabbelen

Verwante vertalingen van wit