Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zeemleren:
  2. zeemleer:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zeemleren (Nederlands) in het Spaans

zeemleren:

zeemleren bijvoeglijk naamwoord

  1. zeemleren (zemen)
    de piel de gamuza; de gamuza

Vertaal Matrix voor zeemleren:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de gamuza zeemleren; zemen
de piel de gamuza zeemleren; zemen

Verwante woorden van "zeemleren":


zeemleer:

zeemleer [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het zeemleer
    la gamuza; el latoso; el cargante; la piel de gamuza

Vertaal Matrix voor zeemleer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cargante zeemleer zeemleder
gamuza zeemleer berggeit; gems; gemsbok; zeem; zeemlap; zeemleder
latoso zeemleer galbak; hinderlijk persoon; lastpak; lastpost
piel de gamuza zeemleer zeem; zeemleder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cargante beklagend; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; negatief; voortvarend; zeurderig
latoso onprettig

Verwante woorden van "zeemleer":


Wiktionary: zeemleer


Cross Translation:
FromToVia
zeemleer gamuza peau de chamois — Étoffe très absorbante en peau de chamois, ou plus souvent en peau de chèvre ou de mouton, ou en matériaux synthétiques, utilisée pour nettoyer ou lustrer les surfaces lisses.