Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zwijgen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwijgen (Nederlands) in het Spaans

zwijgen:

zwijgen werkwoord (zwijg, zwijgt, zweeg, zwegen, gezwegen)

  1. zwijgen (z'n mond houden; mondhouden; stil zijn; niets zeggen)

Conjugations for zwijgen:

o.t.t.
  1. zwijg
  2. zwijgt
  3. zwijgt
  4. zwijgen
  5. zwijgen
  6. zwijgen
o.v.t.
  1. zweeg
  2. zweeg
  3. zweeg
  4. zwegen
  5. zwegen
  6. zwegen
v.t.t.
  1. heb gezwegen
  2. hebt gezwegen
  3. heeft gezwegen
  4. hebben gezwegen
  5. hebben gezwegen
  6. hebben gezwegen
v.v.t.
  1. had gezwegen
  2. had gezwegen
  3. had gezwegen
  4. hadden gezwegen
  5. hadden gezwegen
  6. hadden gezwegen
o.t.t.t.
  1. zal zwijgen
  2. zult zwijgen
  3. zal zwijgen
  4. zullen zwijgen
  5. zullen zwijgen
  6. zullen zwijgen
o.v.t.t.
  1. zou zwijgen
  2. zou zwijgen
  3. zou zwijgen
  4. zouden zwijgen
  5. zouden zwijgen
  6. zouden zwijgen
diversen
  1. zwijg!
  2. zwijgt!
  3. gezwegen
  4. zwijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zwijgen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. zwijgen (stilzwijgen)
    el silencio

Vertaal Matrix voor zwijgen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
silencio stilzwijgen; zwijgen discretie; geheimhouding; kalmte; kiesheid; rustteken; stilheid; stilte; stilzwijgendheid; zwijgzaamheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
callar la boca mondhouden; niets zeggen; stil zijn; z'n mond houden; zwijgen
callarse mondhouden; niets zeggen; stil zijn; z'n mond houden; zwijgen
decir nada mondhouden; niets zeggen; stil zijn; z'n mond houden; zwijgen
estar callado mondhouden; niets zeggen; stil zijn; z'n mond houden; zwijgen

Antoniemen van "zwijgen":


Verwante definities voor "zwijgen":

  1. je stem niet laten horen, niets zeggen1
    • ik praatte de hele tijd, maar Anja zweeg1

Wiktionary: zwijgen

zwijgen
verb
  1. ervan afzien te spreken

Cross Translation:
FromToVia
zwijgen callarse; cerrar la boca shut up — intransitive: to stop talking or making noise
zwijgen callar; guardar schweigen — (intransitiv) still sein oder nicht reden

Verwante vertalingen van zwijgen