Nederlands

Uitgebreide vertaling voor benauwdheid (Nederlands) in het Spaans

benauwdheid:

benauwdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de benauwdheid (beklemming)
    la opresión
  2. de benauwdheid (beklemdheid; gevoel van beklemming)
    el bochorno; la angustia

Vertaal Matrix voor benauwdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angustia beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming angst; bangheid; schichtigheid; vrees
bochorno beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming broei; zwoelte
opresión beklemming; benauwdheid onderdrukking; verdrukking

Verwante woorden van "benauwdheid":


Wiktionary: benauwdheid

benauwdheid
noun
  1. moeite hebben met het ademhalen

Cross Translation:
FromToVia
benauwdheid angustia angoisse — médecine|fr anxiété extrême, accompagner d’un serrement douloureux à l’épigastre, d’oppression et de palpitation. On l’observer dans plusieurs maladies, surtout dans les affections nerveux.
benauwdheid opresión oppression — Action d’opprimer et état de ce qui est opprimé.

benauwd:

benauwd bijvoeglijk naamwoord

  1. benauwd (bedompt; drukkend; muf)
    enrarecido
  2. benauwd (benard; zorgwekkend; kritiek; )
    grave; crítico; delicado; alarmante; precario; complicado; inquietante; angustioso; difícil; penoso; espinoso; apurado; preocupante
  3. benauwd (zwoel; broeierig)
    bochornoso; sofocante; sensual; mal ventilado

Vertaal Matrix voor benauwd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crítico criticus; recensent
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- angstig; bang; muf
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alarmante benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend angstwekkend; bliksems; dreigend; eng; godgeklaagd; hemeltergend; ijzingwekkend; onrustbarend; ontstellend; ontzettend; schandalig; schandelijk; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; ten hemel schreiend; verdraaid; verduiveld; verfoeilijk; verontrustend; verschrikkelijk; vreselijk; zeer ergerlijk; zorgelijk; zorgwekkend
angustioso benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend angstig; bang; bevreesd; in angst; verschrikt; vreesachtig
apurado benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend geremd; ingehouden; lastige
bochornoso benauwd; broeierig; zwoel futloos; lamlendig; lijzig; log; loom; lusteloos; mat; slap
complicado benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend complex; delicaat; gecompliceerd; gewikkeld in; hachelijk; ingewikkeld; kritiek; lastig; lastige; moeilijk; netelig; niet makkelijk; niet schikkend; ongemakkelijk; penibel; precair; storend; zwaar
crítico benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; lastige; netelig; penibel; precair
delicado benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend angstig voor pijn; breekbaar; broos; delicaat; dun; elegant; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngebouwd; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; fragiel; frèle; gammel; gracieus; hachelijk; iel; kleinzerig; krakkemikkig; kritiek; kwetsbaar; lastig; lastige; lichtgebouwd; netelig; onprettig; penibel; precair; rank; sierlijk; slank; slap; subtiel; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; verfijnd; wankel; zwak
difícil benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend bezwaarlijk; delicaat; hachelijk; hartig; hoofdbrekend; inspannend; kritiek; kritisch; lastig; lastige; met bezwaren; moeilijk; netelig; niet makkelijk; niet schikkend; ongemakkelijk; penibel; pittig; pittig gesprek; precair; problematisch; stevig; storend; veeleisend; zwaar
enrarecido bedompt; benauwd; drukkend; muf dun; geen vet op de botten hebbende; iel; ijl; mager; schraal; schriel; van geringe dichtheid
espinoso benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend branderig; doornachtig; doornachtige; doornen; doornig; graatachtig; graatmager; lastige; met stekels; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; stekelig; totaal vermagerd; troebel; vaag; van doornstruiken; van een doorngewas; vol doornen
grave benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend argwaan opwekkend; corpulent; dik; erg; ernstig; gemeen; gezet; heel erg; ingetogen; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lijvig; onedel; ontzettend; schromelijk; serieus; stemmig; van bedenkelijke aard; verdacht; verschrikkelijk; vol ernst; vreselijk; week; werkelijk menend; zwaarlijvig; zwak
inquietante benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend angstwekkend; argwaan opwekkend; onrustbarend; ontstellend; verdacht; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend
mal ventilado benauwd; broeierig; zwoel muf; stoffig
penoso benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend akelig; beroerd; bezwaarlijk; corpulent; diepdroevig; dik; ellendig; gevaarlijk; gevat; gezet; hachelijk; indroevig; lastig; lastige; lijvig; met bezwaren; moeizaam; naar; pijnlijk; risicovol; riskant; rouwig; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; smartelijk; snedig; stekend; treurig; uitgeslapen; verdrietig; verdrietig makend; vlijmend; vlijmscherp; zeer doend; zwaarlijvig
precario benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend delicaat; gammel; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; krakkemikkig; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair; wankel; zwak
preocupante benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend angstwekkend; onrustbarend; ontstellend; verontrustend
sensual benauwd; broeierig; zwoel geil; heet; hitsig; opgewonden; pikant; seksueel opgewonden; sensorisch; sensueel; wellustig; wulps; zinlijk; zinnelijk; zinnenprikkelend; zintuiglijk
sofocante benauwd; broeierig; zwoel adembenemend; duf; muf; stikkend; stoffig; suf; verstikkend

Verwante woorden van "benauwd":

  • benauwdheid, benauwder, benauwdere, benauwdst, benauwdste

Synoniemen voor "benauwd":


Antoniemen van "benauwd":


Verwante definities voor "benauwd":

  1. voelen dat er iets ergs met je kan gebeuren1
    • hij was benauwd dat hij zijn baan zou verliezen1
  2. met te weinig adem1
    • ik heb het de laatste tijd erg benauwd1
  3. met te weinig frisse lucht1
    • het is benauwd hier in huis, doe een raam open!1

Wiktionary: benauwd

benauwd
adjective
  1. moeilijk ademend
  2. angstig
  3. beperkt van ruimte

Cross Translation:
FromToVia
benauwd oscuro gloomy — affected with, or expressing, gloom; melancholy
benauwd pesado schwüldas Wetter und die Luft betreffend: unangenehm heiß und feucht
benauwd oprimido; sofocante étouffant — Qui faire que l’on étouffer.