Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tamboer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tamboer (Nederlands) in het Spaans

tamboer:

tamboer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tamboer
    el tambor
    • tambor [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tamboer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tambor tamboer trom; trommel

Verwante woorden van "tamboer":

  • tamboeren, tamboers, tamboertje, tamboertjes

Wiktionary: tamboer

tamboer
noun
  1. trommelslager die de maat aangeeft bij het marcheren van soldaten

Verwante vertalingen van tamboer