Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. appartement:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. appartement:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor appartement (Nederlands) in het Frans

appartement:

appartement [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het appartement
    l'appartement
  2. het appartement
    l'appartement; le studio

Vertaal Matrix voor appartement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appartement appartement aparte wooneenheid binnen een eengezinshuis; etagewoning; flat
studio appartement atelier; etagewoning; flat; opnamestudio; studio; studio's; vrijgezellenflat; werkplaats; zitslaapkamer

Verwante woorden van "appartement":


Wiktionary: appartement

appartement
noun
  1. Ensemble de pièce formant une habitation indépendante dans un immeuble collectif.

Cross Translation:
FromToVia
appartement appartement apartment — domicile occupying part of a building



Frans

Uitgebreide vertaling voor appartement (Frans) in het Nederlands

appartement:

appartement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'appartement (studio)
    het appartement
  2. l'appartement (étage; studio)
    de flat
    • flat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. l'appartement (étage; studio)
    de etagewoning
  4. l'appartement (pièce)

Vertaal Matrix voor appartement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aparte wooneenheid binnen een eengezinshuis appartement; pièce
appartement appartement; studio
etagewoning appartement; studio; étage
flat appartement; studio; étage

Synoniemen voor "appartement":


Wiktionary: appartement

appartement
noun
  1. Ensemble de pièce formant une habitation indépendante dans un immeuble collectif.

Cross Translation:
FromToVia
appartement flat; appartement apartment — domicile occupying part of a building
appartement huurwoning tenement — a building that is rented to multiple tenants, especially a low-rent, run-down one

Verwante vertalingen van appartement