Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bediscussiëren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bediscussiëren (Nederlands) in het Frans

bediscussiëren:

bediscussiëren werkwoord

  1. bediscussiëren (bespreken; doorspreken; praten over; bepraten; doorpraten)
    discuter; parler de; débattre; convaincre; causer de
    • discuter werkwoord (discute, discutes, discutons, discutez, )
    • parler de werkwoord
    • débattre werkwoord (débats, débat, débattons, débattez, )
    • convaincre werkwoord (convaincs, convainc, convainquons, convainquez, )
    • causer de werkwoord

Vertaal Matrix voor bediscussiëren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
causer de bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over onderwerp behandelen; spreken over
convaincre bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over aanpraten; aansmeren; erg veranderen; ompraten; omturnen; omverpraten; onderkrijgen; overhalen; overreden; overtuigen
discuter bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over argumenteren; babbelen; bakkeleien; bekvechten; communiceren; converseren; debatteren; discussiëren; disputeren; doorspreken; een conversatie hebben; hakketakken; in contact staan; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; overleg voeren; praten; redetwisten; ruzieën; snateren; spreken; twisten; wauwelen; zwammen
débattre bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over argumenteren; beraadslagen; debatteren; discussiëren; disputeren; doorspreken; in bespreking zijn; overleg voeren; overleggen; overwegen; redetwisten; twisten; vergaderen
parler de bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over doornemen; onderwerp behandelen; spreken over

Wiktionary: bediscussiëren


Cross Translation:
FromToVia
bediscussiëren débattre; s'entretenir sur; discuter discuss — to converse or debate concerning a particular topic