Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijstand (Nederlands) in het Frans

bijstand:

bijstand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bijstand (hulpbetoon; hulpverlening; hulp; assistentie; handreiking)
    l'assistance; l'aide; le secours; le soutien; le coup de main; l'aide sociale; l'aide familiale
  2. de bijstand (ondersteuning)
    l'assistance; le service
  3. de bijstand (bijstandsregeling)
    l'Assistance Sociale; l'aide sociale; l'aide familiale
  4. de bijstand (bijstandsuitkering)
  5. de bijstand (hulp; ondersteuning; steun)
    l'aide; le support; le secours; le soutien; l'appui
    • aide [la ~] zelfstandig naamwoord
    • support [le ~] zelfstandig naamwoord
    • secours [le ~] zelfstandig naamwoord
    • soutien [le ~] zelfstandig naamwoord
    • appui [le ~] zelfstandig naamwoord
  6. de bijstand (maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; hulp; steun)
    l'Assistance sociale

Vertaal Matrix voor bijstand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Assistance Sociale bijstand; bijstandsregeling
Assistance sociale bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun sociale bijstand
aide assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; ondersteuning; steun aanknopingspunt; aanwijzing; assistent; assistentie; dienstbetoon; dienstverlening; helper; hulp; hulpbetoon; hulpje; hulppersoneel; hulpvaardige; hulpverlening; knecht; maatschappelijk werk; medewerking; onderhoudsdienst; ondersteuning; secondant; service; steun; steunpilaar; support; toeverlaat
aide familiale assistentie; bijstand; bijstandsregeling; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening gezinsbijstand; gezinshulp; gezinsverzorging; gezinsverzorgster; gezinszorg
aide sociale assistentie; bijstand; bijstandsregeling; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening gezinsbijstand; gezinshulp; gezinsverzorging; gezinszorg; sociale bijstand; steun; steunpilaar; steunuitkering; toeverlaat
allocation de l'Aide sociale bijstand; bijstandsuitkering
appui bijstand; hulp; ondersteuning; steun aanknopingspunt; aanwijzing; assistentie; medewerking; steun; steunpilaar; steuntje; stut; toeverlaat; vensterbank
assistance assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; ondersteuning aantal gekomen personen; aanwezigen; assistentie; begeleiding; dienstbetoon; dienstverlening; escorte; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening; maatschappelijk werk; medewerking; onderhoudsdienst; opkomst; service; serviceverlening; vergezellen; verzorging; zorg
coup de main assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening handslag
secours assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; ondersteuning; steun aanknopingspunt; aanwijzing; assistentie; geruststelling; hulpverlening; maatschappelijk werk; medewerking; onderhoudsdienst; opluchting; service; verademing; verlossing; zaligheid
service bijstand; ondersteuning bediening; bedieningsgeld; besturing; botteling; dienst; diensten; dienstplicht; employees; opdienen; politiedienst; serveren; service; serviceverlening; tafelbediening; uitserveren; werknemers
soutien assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; ondersteuning; steun aanknopingspunt; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanwijzing; assistentie; houvast; medewerking; onderhoudsdienst; ondersteuning; opwekking; schoor; schraag; service; steun; steunpilaar; stimulans; support; toeverlaat
support bijstand; hulp; ondersteuning; steun aanknopingspunt; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanwijzing; assistentie; chassis; medewerking; onderstel; ondersteuning; onderstuk; opwekking; poot; schoor; schraag; staander; steun; steunblad; steuntje; stimulans; stut; support; voet
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
aide help; online-Help

Verwante definities voor "bijstand":

  1. hulp van de overheid1
    • hij leeft van de bijstand1

Wiktionary: bijstand

bijstand
noun
  1. action d’apporter son soutien physiquement, verbalement, financièrement ou de tout autre manière.
  2. présence. — note Il est surtout usité en parlant de la présence d’un officier public ou d’un ecclésiastique dans quelqu’une des fonctions de leur ministère.

Cross Translation:
FromToVia
bijstand aide aid — help; succor; assistance; relief
bijstand secours succor — Aid, assistance or relief from distress
bijstand soutien support — financial or other help

Verwante vertalingen van bijstand