Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. buiten:
  2. Buiten:
  3. buit:
  4. Wiktionary:
  5. Gebruikers suggesties voor buiten:
    • hors de


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buiten (Nederlands) in het Frans

buiten:

buiten bijvoeglijk naamwoord

  1. buiten (buitenshuis)
    dehors; hors de la maison; en dehors de; au grand air; en plein air; à la campagne; à l'extérieur de
  2. buiten (behalve; uitgezonderd; met uitsluiting van)
    excepté; en dehors de; sauf; à part
  3. buiten (de natuur in; te velde)
    à la campagne

Vertaal Matrix voor buiten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dehors aangezicht; buitenkant; buitenzijde; gedaante; iemand zijn uiterlijk; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
sans zonder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
au grand air buiten; buitenshuis
dehors buiten; buitenshuis er uit; in de natuur; op het land; te velde
en dehors de behalve; buiten; buitenshuis; met uitsluiting van; uitgezonderd hierbuiten
en plein air buiten; buitenshuis onbedekt; onoverdekt
excepté behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd behoudens
hors de la maison buiten; buitenshuis
sans buiten; zonder
sauf behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd behoudens
à l'extérieur de buiten; buitenshuis
à la campagne buiten; buitenshuis; de natuur in; te velde in de natuur; op het land; te velde
à part behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd afgescheiden; afzonderlijk; apart; behoudens; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; enig; enig in zijn soort; excentriek; gescheiden; gesepareerd; los van elkaar; merkwaardig; naar opzij; ongewoon; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; separaat; typisch; uniek; vreemd; zijwaarts; zonderling

Verwante woorden van "buiten":


Antoniemen van "buiten":


Verwante definities voor "buiten":

  1. het niet kunnen missen1
    • hij kan niet buiten zijn hond1
  2. hij wordt niet meegerekend1
    • buiten Ahmed gaat iedereen mee1
  3. niet in iets1
    • het is mooi weer, we gaan naar buiten1

Wiktionary: buiten

buiten
preposition
  1. niet ingesloten in het genoemde
adverb
  1. 1. seppart:
buiten
Cross Translation:
FromToVia
buiten cambrousse boondock — rural area
buiten hors; dehors outside — on or towards the outside

Buiten:

Buiten bijvoeglijk naamwoord

  1. Buiten
    Extérieur

Vertaal Matrix voor Buiten:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Extérieur Buiten

buiten vorm van buit:

buit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de buit (vangst)
    le butin; la proie
    • butin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • proie [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
butin buit; vangst
proie buit; vangst

Verwante woorden van "buit":


Wiktionary: buit

buit
noun
  1. goederen gewonnen door diefstaf of verovering
buit
Cross Translation:
FromToVia
buit dépouille booty — plunder
buit dépouille; butin spoil — plunder taken from an enemy or victim

Verwante vertalingen van buiten