Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dobberen:
  2. dobber:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dobberen (Nederlands) in het Frans

dobberen:

dobberen werkwoord (dobber, dobbert, dobberde, dobberden, gedobberd)

  1. dobberen
    flotter
    • flotter werkwoord (flotte, flottes, flottons, flottez, )

Conjugations for dobberen:

o.t.t.
  1. dobber
  2. dobbert
  3. dobbert
  4. dobberen
  5. dobberen
  6. dobberen
o.v.t.
  1. dobberde
  2. dobberde
  3. dobberde
  4. dobberden
  5. dobberden
  6. dobberden
v.t.t.
  1. heb gedobberd
  2. hebt gedobberd
  3. heeft gedobberd
  4. hebben gedobberd
  5. hebben gedobberd
  6. hebben gedobberd
v.v.t.
  1. had gedobberd
  2. had gedobberd
  3. had gedobberd
  4. hadden gedobberd
  5. hadden gedobberd
  6. hadden gedobberd
o.t.t.t.
  1. zal dobberen
  2. zult dobberen
  3. zal dobberen
  4. zullen dobberen
  5. zullen dobberen
  6. zullen dobberen
o.v.t.t.
  1. zou dobberen
  2. zou dobberen
  3. zou dobberen
  4. zouden dobberen
  5. zouden dobberen
  6. zouden dobberen
diversen
  1. dobber!
  2. dobbert!
  3. gedobberd
  4. dobberend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dobberen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flotter wegdobberen; wegdrijven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flotter dobberen er slap bijhangen; hangen; slap hangen; zweven

Verwante woorden van "dobberen":


Wiktionary: dobberen

dobberen
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens

dobber:

dobber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dobber
    le bouchon
    • bouchon [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dobber:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouchon dobber file; filevorming; kroonkurk; kurk; muurplug; opstopping; plug; stagnatie; stilstand; stop; verkeersopstopping; verkeersstremming; verstopping; zekering

Verwante woorden van "dobber":

  • dobberen, dobbers, dobbertje, dobbertjes