Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: episode

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: episode

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

episode:
- épisode
Wiktionary:
- episode → épisode
- episode → épisode, incident

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

épisode:
- episode
Wiktionary:
- épisode → episode
- épisode → gebeuren, episode, aflevering

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor episode (Nederlands) in het Frans

episode:

episode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de episode
l'épisode
- épisode [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor episode:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
épisode	episode

Verwante woorden van "episode":

episoden, episodes

Wiktionary: episode

episode

noun

(medisch, nld) op zichzelf staande gebeurtenis
- episode → épisode

Cross Translation:

From	To	Via
• episode	→ épisode	↔ episode — incident or action connected with a series of events
• episode	→ épisode	↔ episode — installment of a drama told in parts
• episode	→ incident	↔ incident — event or occurrence

Frans

Uitgebreide vertaling voor episode (Frans) in het Nederlands

épisode:

épisode [la ~] zelfstandig naamwoord

l'épisode
de episode
- episode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor épisode:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
episode	épisode

Synoniemen voor "épisode":

digression; parenthèse; excursion; divagation; aventure; événement; circonstance; incident; péripétie; accessoire; secondaire; accroc; anicroche; difficulté; accident; aléa; rebondissement; avatar; mésaventure; trouble

Wiktionary: épisode

épisode

noun

(medisch, nld) op zichzelf staande gebeurtenis
- episode → épisode

Cross Translation:

From	To	Via
• épisode	→ gebeuren; episode	↔ episode — incident or action connected with a series of events
• épisode	→ aflevering; episode	↔ episode — installment of a drama told in parts
• épisode	→ aflevering	↔ installment — part of a serial