Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. focus:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. focus:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor focus (Nederlands) in het Frans

focus:

focus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de focus (brandpunt)
    le foyer; le centre
    • foyer [le ~] zelfstandig naamwoord
    • centre [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de focus

Vertaal Matrix voor focus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
centre brandpunt; focus binnenstad; centrale stad; centrum; kern; middelpunt; midden
foyer brandpunt; focus accommodatie; asiel; behuizing; brandhaard; broeinest; eigen haard; fornuis; foyer; haard; haardstede; haardstee; haardvuur; hal; hospitium; huis; huisvesting; koffiekamer; kwartier; onderdak; onderkomen; ontvangstruimte; opvangcentrum; receptiekamer; residentie; salon; stookgelegenheid; stookinrichting; stookplaats; tehuis; thuis; verblijf; verblijfplaats; vuurhaard; woning; woonhuis
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
focus focus

Verwante woorden van "focus":


Wiktionary: focus


Cross Translation:
FromToVia
focus foyer focus — in optics
focus foyer focus — in mathematics
focus attention focus — concentration of attention
focus foyer FokusOptik: Punkt, in dem sich achsenparallel einfallende Strahlen nach der Brechung durch eine Linse bzw. Reflexion durch einen Hohlspiegel schneiden



Frans

Uitgebreide vertaling voor focus (Frans) in het Nederlands

focus:

focus

  1. focus
    de focus
    • focus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor focus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
focus focus centre; foyer

Synoniemen voor "focus":