Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: gozer

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: gozer

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

gozer:
- monsieur; homme; gars; mec; zèbre; type; gaillard
Wiktionary:
- gozer → homme, mâle
- gozer → mec, bougre, gars

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gozer (Nederlands) in het Frans

gozer:

gozer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de gozer (kerel; knakker; man; knul; vent; gast)
le monsieur; l'homme; le gars; le mec; le zèbre; le type
- monsieur [le ~] zelfstandig naamwoord
- homme [le ~] zelfstandig naamwoord
- gars [le ~] zelfstandig naamwoord
- mec [le ~] zelfstandig naamwoord
- zèbre [le ~] zelfstandig naamwoord
- type [le ~] zelfstandig naamwoord
de gozer (knakker; knul; kerel; goser; vent)
le gaillard; l'homme; le mec; le gars; le type
- gaillard [le ~] zelfstandig naamwoord
- homme [le ~] zelfstandig naamwoord
- mec [le ~] zelfstandig naamwoord
- gars [le ~] zelfstandig naamwoord
- type [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gozer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gaillard	goser; gozer; kerel; knakker; knul; vent	deugniet; guit; heerschap; rakker; snaak; stinkerd; sujet; vent
gars	gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent	knullen
homme	gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent	butler; heerschap; herenknecht; iemand; individu; kamerbediende; kamerdienaar; kerel; levensgezel; levenspartner; man; manspersoon; mens; menselijk wezen; mensenkind; partner; persoon; sujet; vent; wezen
mec	gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent	jongen; rakker
monsieur	gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent	heerschap; meneer; mijnheer; sujet; vent
type	gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent	aard; fatje; figuur; genre; gevaarte; heerschap; heertje; individu; jochie; joekel; jongetje; kanjer; kerel; klasse; kleine jongen; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei; model; monster; onderverdeling; proefje; proeve; slag; snuiter; soort; specimen; staal; staaltje; sujet; type; vent
zèbre	gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent

Verwante woorden van "gozer":

gozers, gozertje

Wiktionary: gozer

gozer

noun

être humain mâle ; par opposition à la femme.
- homme → man; manspersoon; vent; kerel; manmens; gozer; gast; menselijk wezen
homme dans l’espèce humaine.
- mâle → man; manspersoon; vent; kerel; manmens; gozer; gast

Cross Translation:

From	To	Via
• gozer	→ mec; bougre; gars	↔ geezer — a male person
• gozer	→ bougre; gars; mec	↔ guy — man