Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. hoogleraar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoogleraar (Nederlands) in het Frans

hoogleraar:

hoogleraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hoogleraar (professor; prof)
    le professeur; le professeur de faculté; l'homme de science; le prof de faculté; le scientifique; le savant; l'érudit

Vertaal Matrix voor hoogleraar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
homme de science hoogleraar; prof; professor academicus; geleerde; wetenschapper; wetenschapsbeoefenaar; wijze
prof de faculté hoogleraar; prof; professor
professeur hoogleraar; prof; professor docent; docente; instructeur; juf; juffrouw; leerkracht; leermeester; leraar; lerares; meester; onderwijzer; onderwijzeres; pedant; schooljuffrouw; schoolmeester; vakleraar; vakonderwijzer
professeur de faculté hoogleraar; prof; professor docent; docente; instructeur; leermeester; leraar; lerares
savant hoogleraar; prof; professor academicus; geleerde; hooggeleerde; wetenschapper; wijze
scientifique hoogleraar; prof; professor academicus; geleerde; onderzoeker; vorser; wetenschapper; wetenschapsbeoefenaar; wijze
érudit hoogleraar; prof; professor hooggeleerde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
savant belezen; erudiet; geleerd; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; knap; ontwikkeld; slim; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
scientifique wetenschappelijk
érudit belezen; erudiet; geleerd; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; ontwikkeld; slim; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld

Verwante woorden van "hoogleraar":

  • hoogleraren, hoogleraars

Wiktionary: hoogleraar

hoogleraar
noun
  1. À trier

Cross Translation:
FromToVia
hoogleraar professeur; professeure; prof professor — a higher ranking for a teacher or faculty member at a college or university