Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. huiswerk:
    • Wiktionary:
      huiswerk → devoirs, devoir
      huiswerk → ménage, devoir, travail
    • Gebruikers suggesties voor huiswerk:
      devoir, devoirs, les devoirs, le devoir, un devoir


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huiswerk (Nederlands) in het Frans

huiswerk: (*Woord en zin splitter gebruikt)

huiswerk:


Vertaal Matrix voor huiswerk:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- huishoudelijk werk; schoolwerk

Verwante woorden van "huiswerk":

  • huiswerken

Verwante definities voor "huiswerk":

  1. opdrachten van school die je thuis moet maken1
    • hebben we nog huiswerk voor Engels?1

Wiktionary: huiswerk

huiswerk
noun
  1. schoolwerk dat thuis verricht moet worden
huiswerk
noun
  1. Ce à quoi on est obliger par la raison, par la morale, par la loi, par sa condition, par la bienséance, etc.

Cross Translation:
FromToVia
huiswerk ménage Hausarbeit — Aufgaben, die in einem Haushalt anfallen
huiswerk devoir HausaufgabeAufgabe, welche Lehrer Schülern aufgeben und in der Regel zu Hause gemacht werden sollen
huiswerk travail ArbeitVerhältnis, bei dem man eine Tätigkeit gegen Geld verrichtet