Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kanaal:
  2. Kanaal:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kanaal (Nederlands) in het Frans

kanaal:

kanaal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kanaal (gracht; vaart)
    le canal
    • canal [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. het kanaal (communicatiekanaal)
    le canal; canal de communication

Vertaal Matrix voor kanaal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canal communicatiekanaal; gracht; kanaal; vaart mui
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
canal de communication communicatiekanaal; kanaal

Verwante woorden van "kanaal":


Wiktionary: kanaal

kanaal
noun
  1. waterstaat|nld gegraven waterweg, (scheepvaartkanaal)
kanaal
noun
  1. conduit par où l’eau passer. En ce sens il se dit des aqueducs et des tuyaux de fontaines.
  2. toponymie|fr passage naturel par lequel deux mers communiquer.
  3. Tuyau.

Cross Translation:
FromToVia
kanaal canal canal — artificial waterway
kanaal canal canal — a tubular channel within the body
kanaal chaîne channel — broadcasting: specific radio frequency or band of frequencies
kanaal chaîne channel — broadcasting: specific radio frequency or band of frequencies used for transmitting television
kanaal appareil tract — a series of connected body organs

Kanaal:

Kanaal [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. Kanaal

Vertaal Matrix voor Kanaal:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Canal Kanaal

Wiktionary: Kanaal


Cross Translation:
FromToVia
Kanaal Manche English Channel — The part of the Atlantic Ocean between Great Britain and France