Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kassier:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kassier (Nederlands) in het Frans

kassier:

kassier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kassier (penningmeester; thesaurier; schatmeester)
    le trésorier

Vertaal Matrix voor kassier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trésorier kassier; penningmeester; schatmeester; thesaurier schatbewaarder

Verwante woorden van "kassier":

  • kassiers

Wiktionary: kassier

kassier
noun
  1. iemand die het beheer heeft over kas en de mutaties ervan bijhoudt
kassier
noun
  1. Personne qui, dans une association, est chargée de percevoir les revenus, le montant des souscriptions, et d’en rendre compte.