Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: kijker

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: kijker

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

kijker:
- téléspectateur; jumelles; longue-vue; lorgnette; téléscope; lunette d'approche
Wiktionary:
- kijker → jumelle, lunette, regardeur, œil
- kijker → œil, lunette, télescope, spectateur, téléspectateur

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kijker (Nederlands) in het Frans

kijker:

kijker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de kijker (televisiekijker)
le téléspectateur
- téléspectateur [le ~] zelfstandig naamwoord
de kijker (verrekijker)
la jumelles; la longue-vue; la lorgnette; le téléscope; la lunette d'approche
- jumelles [la ~] zelfstandig naamwoord
- longue-vue [la ~] zelfstandig naamwoord
- lorgnette [la ~] zelfstandig naamwoord
- téléscope [le ~] zelfstandig naamwoord
- lunette d'approche [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kijker:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
jumelles	kijker; verrekijker	toneelkijker; tweeling; tweelingen
longue-vue	kijker; verrekijker
lorgnette	kijker; verrekijker	toneelkijker
lunette d'approche	kijker; verrekijker
téléscope	kijker; verrekijker
téléspectateur	kijker; televisiekijker

Verwante woorden van "kijker":

kijkers, kijkertje, kijkertjes

Wiktionary: kijker

kijker

noun

Appareil d'optique
- jumelle → verrekijker; kijker
Instrument optique de verre
- lunette → kijker; telescoop
celui qui regarde
- regardeur → kijker
Organe permettant de voir
- œil → oog; kijker

Cross Translation:

From	To	Via
• kijker	→ œil	↔ eye — organ
• kijker	→ lunette; télescope	↔ telescope — optical instrument possessing magnification
• kijker	→ spectateur	↔ viewer — Someone that views some spectacle; an onlooker or spectator
• kijker	→ téléspectateur	↔ viewer — Someone who watches television