Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. lacune:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lacune:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lacune (Nederlands) in het Frans

lacune:

lacune [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de lacune (leegte; leemte)
    la lacune; le vide; le manque; l'hiatus; le défaut
    • lacune [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vide [le ~] zelfstandig naamwoord
    • manque [le ~] zelfstandig naamwoord
    • hiatus [le ~] zelfstandig naamwoord
    • défaut [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lacune:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
défaut lacune; leegte; leemte abuis; afwijking; blunder; defect; deficit; domheid; dwaling; euvel; feil; flater; fout; gebrek; gemis; giller; handicap; incorrectheid; krachteloosheid; machinedefect; manco; mankement; misgreep; misslag; ondeugd; onjuistheid; ontstentenis; onvolkomenheid; slapte; tekort; vergissing; zedelijke slechtheid; zonde; zwakheid
hiatus lacune; leegte; leemte gaping; hiaat
lacune lacune; leegte; leemte gaping; gebrek; hiaat; manco; zwakheid
manque lacune; leegte; leemte afwijking; deficit; feil; fout; gebrek; gemis; handicap; krapte; lichaamsgebrek; manco; schaarsheid; schaarste; tekort; zwakheid
vide lacune; leegte; leemte gaping; hiaat; holheid; ledigheid; leegheid; leegte; lek; lekken; luchtledige ruimte; niets; spouw; vacuüm; voosheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vide inhoudsloos; ledig; leeg; loos; luchtledig; onbebouwd; onbezet; vacuum; vrij; zonder taak

Verwante woorden van "lacune":

  • lacunes

Wiktionary: lacune

lacune
noun
  1. iets dat ontbreekt

Cross Translation:
FromToVia
lacune lacune; vide; trou Lücke — Stelle, an der etwas fehlt, das dort sein sollte



Frans

Uitgebreide vertaling voor lacune (Frans) in het Nederlands

lacune:

lacune [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la lacune (vide; manque; hiatus; défaut)
    de lacune; de leegte; de leemte
    • lacune [de ~] zelfstandig naamwoord
    • leegte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • leemte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. la lacune (hiatus; vide)
    de hiaat; de gaping
    • hiaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gaping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. la lacune (manque; défaut; déficit; )
    het gebrek; de zwakheid; het manco
    • gebrek [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zwakheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • manco [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lacune:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gaping hiatus; lacune; vide
gebrek défaut; déficit; faiblesse; impuissance; lacune; manque; sensibilité absence; anomalie; avarie; besoin; disette; dommage; défaillance; défaut; déficience; déficit; dérangement; erreur; frugalité; handicap; imperfection; infirmité; infortune; insuffisance; manque; misère; panne; pauvreté; pénurie; rareté
hiaat hiatus; lacune; vide
lacune défaut; hiatus; lacune; manque; vide
leegte défaut; hiatus; lacune; manque; vide vacuité; vide
leemte défaut; hiatus; lacune; manque; vide
manco défaut; déficit; faiblesse; impuissance; lacune; manque; sensibilité défaillance; défaut; déficit; insuffisance; manque; pénurie
zwakheid défaut; déficit; faiblesse; impuissance; lacune; manque; sensibilité défaillance; défaut; faiblesse; fragilité; impuissance; mollesse; point faible; précarité; sensibilité

Synoniemen voor "lacune":


Wiktionary: lacune

lacune
noun
  1. iets dat ontbreekt

Cross Translation:
FromToVia
lacune leemte; opening; hiaat; lacune Lücke — Stelle, an der etwas fehlt, das dort sein sollte