Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: landbouwer

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: landbouwer

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

landbouwer:
- fermier; agriculteur; cultivateur; paysan; exploitant agricole
Wiktionary:
- landbouwer → agriculteur
- landbouwer → fermier, agriculteur, cultivatrice, cultivateur, fermière, agricultrice, paysan, paysanne

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor landbouwer (Nederlands) in het Frans

landbouwer:

landbouwer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de landbouwer (boer)
le fermier; l'agriculteur; le cultivateur; le paysan
- fermier [le ~] zelfstandig naamwoord
- agriculteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- cultivateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- paysan [le ~] zelfstandig naamwoord
de landbouwer
exploitant agricole
- exploitant agricole

Vertaal Matrix voor landbouwer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agriculteur	boer; landbouwer	agrariër; akkerbouwer; boer
cultivateur	boer; landbouwer	agrariër; akkerbouwer; boer; kweker; producent; producer; teler; tuinbouwer; tuinder
fermier	boer; landbouwer	agrariër; boer; boerenkinkel; pachter
paysan	boer; landbouwer	agrariër; boer; boerenkinkel; landbewoner; onbeschofte man
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exploitant agricole	landbouwer

Verwante woorden van "landbouwer":

landbouwers

Wiktionary: landbouwer

landbouwer

noun

personne qui, à titre professionnel, cultiver la terre ou élever des animal destiner à être consommer.
- agriculteur → agrariër; boer; landbouwer

Cross Translation:

From	To	Via
• landbouwer	→ fermier; agriculteur; cultivatrice; cultivateur; fermière; agricultrice	↔ farmer — person who works the land or who keeps livestock
• landbouwer	→ paysan; paysanne	↔ peasant — member of the agriculture low class