Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. materieel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor materieel (Nederlands) in het Frans

materieel:

materieel bijvoeglijk naamwoord

  1. materieel (stoffelijk)
    matériel; matériellement

materieel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het materieel
    le matériel

Vertaal Matrix voor materieel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
matériel materieel apparatuur; benodigde; benodigdheid; hardware; materiaal; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
matériel materieel; stoffelijk aards; profaan; seculair; wereldlijk; werelds
matériellement materieel; stoffelijk

Verwante woorden van "materieel":

  • materieels

Wiktionary: materieel

materieel
noun
  1. wat nodig is aan gereedschappen, machines enz. voor werk of bedrijf dus niet de grondstof (terminologie met name gebruikelijk bij het leger, de politie, brandweer)
adjective
  1. betrekking hebbend op materiaal of materialen
materieel
noun
  1. À trier

Cross Translation:
FromToVia
materieel matériel material — worldly