Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. nadeel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nadeel (Nederlands) in het Frans

nadeel:

nadeel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het nadeel (schade; verlies)
    le détriment; le dommage

Vertaal Matrix voor nadeel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dommage nadeel; schade; verlies afbreuk; beschadigen; beschadiging; defect; euvel; fout; gebrek; het verliezen; jammer; kwetsen; machinedefect; mankement; schade; schade toebrengen; verlies
détriment nadeel; schade; verlies afbreuk; beschadiging; nederlaag; overwonnen-worden; schade; verlies
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dommage helaas; jammer; jammer genoeg; sneu; spijtig; zonde

Wiktionary: nadeel

nadeel
noun
  1. ongunstige eigenschap
nadeel
noun
  1. infériorité en quelque genre que ce être qui empêcher de réussir.
  2. Ce qui survenir de fâcheux dans une affaire, ce qui résulter de fâcheux d’un parti qu’on prend.
  3. Privation de quelque chose de précieux, d’agréable, de commode, qu’on avait. (Sens général).
  4. tort ; dommage.

Cross Translation:
FromToVia
nadeel inconvénient; contre; inconvénients con — disadvantage of something
nadeel désavantage disadvantage — weakness
nadeel désavantage; inconvénient Nachteil — eine negative oder unerwünschte Folge oder ein negativer Nebeneffekt, zum Beispiel einer Lösung, eines Vorgehens, einer Überlegung

Verwante vertalingen van nadeel