Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nor (Nederlands) in het Frans

nor:

nor [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de nor (strafgevangenis; gevangenis; doos; )
    la boîte; la prison; l'établissement pénitentiaire; la maison de détention; la maison de correction; le pénitencier; la maison d'arrêt

Vertaal Matrix voor nor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boîte bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats blik; blikje; box; buitenkant; bus; doos; emballage; huls; kistje; kratje; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergblik; opbergruimte; pakje; pakket; postpakket; trommel; verpakking
maison d'arrêt bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats
maison de correction bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats huis van bewaring; strafplaats; tuchthuis
maison de détention bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats huis van bewaring; strafplaats; tuchthuis
prison bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats boete; celstraf; gevangenisstraf; hechtenis; kerker; kerkergevangenis; onderaardse gevangenis; straf; strafplaats; tuchthuis
pénitencier bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats
établissement pénitentiaire bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats strafgevangenis

Verwante woorden van "nor":


Wiktionary: nor

nor
Cross Translation:
FromToVia
nor mitard; trou hole — place where a prisoner is kept
nor violon; taule; cabane; auberge; gnouf joint — prison