Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. pantser:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pantser (Nederlands) in het Frans

pantser:

pantser [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het pantser (harnas; bepantsering)
    l'armure; la cuirasse; le blindage; le cuirassement

Vertaal Matrix voor pantser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armure bepantsering; harnas; pantser wapenrusting; wapenuitrusting
blindage bepantsering; harnas; pantser afdekken; afschermen; beschermen; blende; blindering
cuirasse bepantsering; harnas; pantser borstharnas; borststuk; kuras
cuirassement bepantsering; harnas; pantser

Verwante woorden van "pantser":

  • pantseren, pantsers, pantsertje, pantsertjes

Wiktionary: pantser

pantser
noun
  1. een beschermende laag om dieren of voorwerpen
pantser
noun
  1. (Histoire) Ensemble de l’équipement défensif qui protège le corps
  2. Traductions à trier

Cross Translation:
FromToVia
pantser armure armor — protective layer over a body, vehicle, or other object intended to deflect or diffuse damaging forces
pantser armure; cuirasse Panzer — harte, dicke, vor Verletzung oder Beschädigung schützende Außenschicht