Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. pont:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pont:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pont (Nederlands) in het Frans

pont:

pont [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de pont (veerdienst; veerboot; pontveer)
    le transbordeur; le ferry-boat; le service de bac

Vertaal Matrix voor pont:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ferry-boat pont; pontveer; veerboot; veerdienst veerboot
service de bac pont; pontveer; veerboot; veerdienst
transbordeur pont; pontveer; veerboot; veerdienst heen en weer

Verwante woorden van "pont":

  • ponten

Wiktionary: pont

pont
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens



Frans

Uitgebreide vertaling voor pont (Frans) in het Nederlands

pont:

pont [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le pont
    de brug
    • brug [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. le pont (pont du bateau; tillac; pont du navire)
    het scheepsdek; de boord
    • scheepsdek [het ~] zelfstandig naamwoord
    • boord [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. le pont (pont réseau)
    de brug; netwerkbrug

Vertaal Matrix voor pont:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boord pont; pont du bateau; pont du navire; tillac col; col d'un vêtement; collet
brug pont; pont réseau
scheepsdek pont; pont du bateau; pont du navire; tillac
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
netwerkbrug pont; pont réseau

Synoniemen voor "pont":


Wiktionary: pont

pont
noun
  1. Construction pour traverser
  2. Plancher d'un bateau
  3. Traductions à trier suivant le sens
pont
noun
  1. een verdieping op een schip

Cross Translation:
FromToVia
pont brug bridge — construction or natural feature that spans a divide
pont dek deck — floorlike covering on a ship
pont brug Brücke — ein künstlicher Weg zur Überquerung eines Flusses, eines Tales oder Ähnlichem

Verwante vertalingen van pont