Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. saldo:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor saldo (Nederlands) in het Frans

saldo:

saldo [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het saldo
    le solde; le restant; le reste; le surplus
    • solde [le ~] zelfstandig naamwoord
    • restant [le ~] zelfstandig naamwoord
    • reste [le ~] zelfstandig naamwoord
    • surplus [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. het saldo (rekeningsaldo)

Vertaal Matrix voor saldo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
restant saldo bon; coupon; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant; staartje
reste saldo het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant
solde saldo aanbieding; arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; koopje; loon; salaris; soldatenloon; soldij; spotkoopje; traktement; verdienste; wedde
surplus saldo agio; buitensporigheid; exces; overdaad; overmaat; overschot; overschotten; overvloed; rest; resten; rijkelijke maat; surplus; teveel
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
solde rekeningsaldo; saldo
solde de compte rekeningsaldo; saldo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
restant overig

Wiktionary: saldo

saldo
noun
  1. (term, Jurisprudence de Comptabilité et de Commerce) Ce qui rester dû après la clôture et l’arrêté d’un compte.
  2. (1)

Cross Translation:
FromToVia
saldo montant amount — total or sum of items
saldo crédit credit — accounting: amount added to an account

Verwante vertalingen van saldo