Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. schoffel:
  2. schoffelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schoffel (Nederlands) in het Frans

schoffel:

schoffel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schoffel
    le sarcloir

Vertaal Matrix voor schoffel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sarcloir schoffel

Verwante woorden van "schoffel":

  • schoffelen, schoffels, schoffeltje, schoffeltjes

Wiktionary: schoffel

schoffel
noun
  1. agriculture|fr jardinage|fr instrument de fer, large et recourber, qui a un manche de bois, et avec lequel on remuer la terre en la tirant vers soi.

Cross Translation:
FromToVia
schoffel binette; houe hoe — agricultural tool
schoffel binette scuffle — Dutch hoe
schoffel houe HackeSchweiz, Deutschland ohne Südosten: Gartengerät zum Auflockern der Erde

schoffel vorm van schoffelen:

schoffelen werkwoord (schoffel, schoffelt, schoffelde, schoffelden, geschoffeld)

  1. schoffelen (wieden)
    sarcler; arracher les mauvaises herbes; biner; désherber
    • sarcler werkwoord (sarcle, sarcles, sarclons, sarclez, )
    • biner werkwoord (bine, bines, binons, binez, )
    • désherber werkwoord (désherbe, désherbes, désherbons, désherbez, )

Conjugations for schoffelen:

o.t.t.
  1. schoffel
  2. schoffelt
  3. schoffelt
  4. schoffelen
  5. schoffelen
  6. schoffelen
o.v.t.
  1. schoffelde
  2. schoffelde
  3. schoffelde
  4. schoffelden
  5. schoffelden
  6. schoffelden
v.t.t.
  1. heb geschoffeld
  2. hebt geschoffeld
  3. heeft geschoffeld
  4. hebben geschoffeld
  5. hebben geschoffeld
  6. hebben geschoffeld
v.v.t.
  1. had geschoffeld
  2. had geschoffeld
  3. had geschoffeld
  4. hadden geschoffeld
  5. hadden geschoffeld
  6. hadden geschoffeld
o.t.t.t.
  1. zal schoffelen
  2. zult schoffelen
  3. zal schoffelen
  4. zullen schoffelen
  5. zullen schoffelen
  6. zullen schoffelen
o.v.t.t.
  1. zou schoffelen
  2. zou schoffelen
  3. zou schoffelen
  4. zouden schoffelen
  5. zouden schoffelen
  6. zouden schoffelen
en verder
  1. ben geschoffeld
  2. bent geschoffeld
  3. is geschoffeld
  4. zijn geschoffeld
  5. zijn geschoffeld
  6. zijn geschoffeld
diversen
  1. schoffel!
  2. schoffelt!
  3. geschoffeld
  4. schoffelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schoffelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arracher les mauvaises herbes schoffelen; wieden omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten
biner schoffelen; wieden
désherber schoffelen; wieden omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten
sarcler schoffelen; wieden

Verwante woorden van "schoffelen":


Wiktionary: schoffelen

schoffelen
verb
  1. jardinage|fr agriculture|fr arracher avec la main ou couper sous terre avec un instrument trancher les mauvaises herbes qui croître dans un champ, dans un jardin, etc. — note Le qualificatif peut désigner la mauvaise herbe détruite ou la cultur

Cross Translation:
FromToVia
schoffelen houer hoe — to use the gardening tool