Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor steen (Nederlands) in het Frans

steen:

steen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de steen (gesteente)
    le cailloux; la pierre; la pierrerie; le roc; le rocher; le caillou; la roche
    • cailloux [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pierre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pierrerie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • roc [le ~] zelfstandig naamwoord
    • rocher [le ~] zelfstandig naamwoord
    • caillou [le ~] zelfstandig naamwoord
    • roche [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de steen (baksteen)
    la brique; la pierre; le pavé; la dalle
    • brique [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pierre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pavé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • dalle [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. de steen (rolsteen; kei)
    le bijou; le caillou roulé; le galet roulé

steen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de steen
    la pierre
    • pierre [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor steen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijou kei; rolsteen; steen bijou; juweel; kleinood; sieraad; sierstuk
brique baksteen; steen baksteen; bouwsteen; brik; briket; zeilvaartuig
caillou gesteente; steen kei; kiezel; kiezelsteen; kinderhoofdje; kinderkopje; losse steen; ronde keisteen
caillou roulé kei; rolsteen; steen
cailloux gesteente; steen steentjes
dalle baksteen; steen dekplaat
galet roulé kei; rolsteen; steen
pavé baksteen; steen plaveisel; plavuizenvloer; straatsteen
pierre baksteen; gesteente; steen gesteente
pierrerie gesteente; steen
roc gesteente; steen rots; rotsblok
roche gesteente; steen gesteente; rots; rotsblok
rocher gesteente; steen rots; rotsblok
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pavé geplaveid; verhard

Verwante woorden van "steen":


Verwante definities voor "steen":

  1. harde materie die in de aardbodem voorkomt1
    • dit huis is van steen1
  2. ruw of bewerkt stuk van harde materie1
    • uit hoeveel stenen bestaat de muur?1
  3. stuk van damspel1
    • hij heeft al vijf stenen gewonnen1

Wiktionary: steen

steen
noun
  1. een harde stof, vaak op kiezel gebaseerd maar omvattende vele soorten
steen
noun
  1. maçonnerie|fr bloc de pierre artificielle fabriquer avec de la terre argileux pétrir, mouler, sécher, cuire, et dont on se servir comme matériau de construction.
  2. roche qu’on emploie dans la construction des édifices, soit qu’on l’ait détacher des montagnes ou des rochers, soit qu’on l’ait extraire d’une carrière.

Cross Translation:
FromToVia
steen rocher Fels — eine zusammenhängende Masse festen Gesteins
steen pierre Steinunzählbar: mineralisches Material
steen pierre; caillou SteinKörper aus mineralischem Material
steen pierre Stein — kurz für Edelstein oder Schmuckstein
steen pierre; brique Stein — Bauelement für Gebäude u. ä., Baustein
steen roche; roc rock — natural mineral aggregate
steen pierre; roche; piedra stone — substance
steen pierre; caillou; roc; roche stone — small piece of stone
steen calcul stone — medical: hard, stone-like deposit

steen vorm van stenen:

stenen bijvoeglijk naamwoord

  1. stenen
    de pierre; en pierre
  2. stenen (van steen)
    de pierre; de briques; en pierre; en briques

stenen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de stenen
    la pierres
    • pierres [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stenen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pierres stenen edelstenen; gesteente; gesteenten; glimmers; sierstenen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de briques stenen; van steen
de pierre stenen; van steen
en briques stenen; van steen
en pierre stenen; van steen

Wiktionary: stenen


Cross Translation:
FromToVia
stenen → [[de pierre]]; [[en pierre]] stone — constructed of stone

Verwante vertalingen van steen