Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tweetal:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tweetal (Nederlands) in het Frans

tweetal:

tweetal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het tweetal (twee stuks; paar; koppel)
    la paire; le couple; le deux
    • paire [la ~] zelfstandig naamwoord
    • couple [le ~] zelfstandig naamwoord
    • deux [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. het tweetal (twee personen)
    le couple; la paire; la deux personnes

Vertaal Matrix voor tweetal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couple koppel; paar; twee personen; twee stuks; tweetal groep van twee of meer; koppel; levenspaar; paar; span; stel; stelletje
deux koppel; paar; twee stuks; tweetal koppel; paar; stel; stelletje
deux personnes twee personen; tweetal
paire koppel; paar; twee personen; twee stuks; tweetal groep van twee of meer; koppel; levenspaar; paar; span; stel; stelletje
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
deux twee

Verwante woorden van "tweetal":

  • tweetallen

Wiktionary: tweetal

tweetal
Cross Translation:
FromToVia
tweetal paire couple — two of the same kind considered together
tweetal paire pair — two similar or identical things