Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. uitlaten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitlaten (Nederlands) in het Frans

uitlaten:

uitlaten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de uitlaten (knalpotten)
    le silencieux; le pots d'échappement

Vertaal Matrix voor uitlaten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pots d'échappement knalpotten; uitlaten dempers; geluiddempers; knaldempers
silencieux knalpotten; uitlaten demper; geluiddemper; klankdemper; knaldemper; sourdine
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
silencieux Stil; bedaard; gedeisd; geluidloos; geruisloos; gesloten; in 't geniep; kalm; klankloos; ongemerkt; ongezien; rustig; stil; stilletjes; stilzwijgend; taciturn; weinig spraakzaam; zachtjes; zonder geluid; zwijgend; zwijgzaam

Wiktionary: uitlaten

uitlaten
verb
  1. détendre, desserrer quelque chose.
  2. manquer, soit volontairement, soit involontairement, à faire ou à dire ce qu’on pouvait, ce qu’on devait faire ou dire.
  3. Mener, conduire, faire aller quelqu’un de côté ou d’autre.
  4. Traductions à trier suivant le sens.

Cross Translation:
FromToVia
uitlaten accompagner; raccompagner; promener walk — to take for a walk

Verwante vertalingen van uitlaten